Gebruik van afvalwarmte van biogasinstallaties voor het drogen van fijnkorrelige peulvruchten

Probleem

Bij de verbranding van biogas voor de opwekking van elektriciteit ontstaat veel restwarmte, die vaak niet voldoende wordt benut. Fijnkorrelige peulvruchten, zoals luzerne of klaver, zijn belangrijk in de vruchtwisseling op biologische boerderijen. Tegelijkertijd zijn ze een goede bron van eiwitten, aminozuren en ruwvoer in het voer. Buitengedroogd hooi van fijnkorrelige peulvruchten is vanwege de weersomstandigheden een risicovolle onderneming. Velddroging kan tot zeer hoge bladverliezen leiden, waardoor het eiwit- en aminozuurgehalte sterk afneemt. Daarom worden fijnkorrelige peulvruchten vroeg gemaaid (zie afb. 1), vochtig aangevoerd (zie afb. 2) en vervolgens energie-intensief gedroogd op de boerderij.

Oplossing

De aanpak hier is om de restwarmte van de verbranding van biogas te gebruiken voor het drogen van fijnkorrelige peulvruchten. Er zijn verschillende methoden om het gewas te drogen. Ze maken allemaal gebruik van de warme afvoerlucht, die door een ventilator wordt aangezogen en via luchtkanalen naar de verschillende processen wordt gevoerd. Losse planten kunnen gedroogd worden met een continudroger of in speciale droogcontainers met geperforeerde bodem (zie afb. 3). Voor een betere en compactere opslag moet het gewas vervolgens tot balen worden samengeperst (zie afb. 4). Een andere mogelijkheid is om het gewas direct op het veld aan te drukken, waarna de balen direct geventileerd worden (zie Afb. 6). Het restvocht op het veld moet echter teruggebracht worden tot maximaal 20%. De kosten voor het drogen bedragen 8 tot 10 € per baal.

Benefits

 

  • Een gering verlies aan bladmassa leidt tot een hoge concentratie van eiwitten en aminozuren.
  • Een snelle oogst vermindert de afhankelijkheid van het weer.
  • Gebruik van afvalwarmte van de biogasinstallatie en een mogelijkheid voor de exploitant om extra inkomsten te verwerven door contractdroging.
  • Uitbreiding van het toepassingsgebied voor fijnkorrelige leguminosen in monogastrische diervoeders van ruwvoerleverancier tot eiwitleverancier

Applicability box

Geographical coverage
Gebruik van biogasafvalwarmte om een hoge concen-tratie van ingrediënten in fijnkorrelige peulvruchten te bereiken.

Application time
Tijdens de vegetatieperiode voor hooi, in de herfst voor maïs en granen.

Required time
10 tot 20 uur voor het gewas om door het systeem te gaan; de netto droogtijd is 3-6 uur. maai- en hersteltijd is afhankelijk van de mate van gebruikte technologie.

Period of impact
Permanent

Equipment
Oogstmachines voor grasland, continue droger, baaldroger, balenpers

Best in
meestal gebruikt voor het voederen van herkauwers, maar kan nu ook worden gebruikt voor monogastrische voeding vanwege de hogere concentraties nu-triënten

Practical Recommendations

Continue droger

  • De peulvruchten moeten vroeg worden gemaaid. Daarna worden ze met messen in de opraapwagen gehakseld (lengte 3,5 cm).
  • In de regel laat men ze één dag op het veld drogen alvorens ze op wagens te laden. Afhankelijk van het weer zijn twee dagen ook mogelijk om het vochtgehalte terug te brengen van 50% tot 33%.
  • Een grote opraapwagen (zie fig. 2) wordt altijd volgeladen afgeleverd, wat overeenkomt met één hectare, afhankelijk van de opbrengst.
  • De droogtemperatuur voor klaver is gemiddeld 79°C. Het hooi doorloopt het systeem in 10 tot 20 uur, afhankelijk van de vochtigheidsgraad. De werkelijke verblijftijd in de droger bedraagt 3 tot 6 uur.
  • De gedroogde klaver wordt onder hoge druk in grote vierkante balen van ongeveer 300 kg geperst (zie fig. 4).
  • In plaats van een balenpers te gebruiken, kan het gedroogde hooi ook tot pellets worden verwerkt.

Drogen in balen

  • De fijnkorrelige peulvruchten worden aan het begin van de bloei gemaaid.
  • Zolang het gewas nog groen is, wordt het tweemaal op het veld gekeerd.
  • s Avonds wordt het hooi gerooid. s Middags van de volgende dag wordt het gewas gerooid om in balen te worden geperst.
  • In de namiddag wordt het in balen geperst. Het restvocht moet tussen 16-20% en niet meer dan 22% bedragen.
  • De balen worden gedurende 20 tot 24 uur bij 40°C gedroogd. Ze moeten eenmaal worden gekeerd.

Aanbevelingen voor beide procedures:

  • De gedroogde balen kunnen nu worden opgeslagen en direct worden gevoerd
  • Voor het voederen van monogastrische dieren moeten de gedroogde peulvruchten worden gemalen in een mobiele maal- en menginstallatie (zie fig. 5) en homogeen in het rantsoen worden gemengd.

Further information

Video
Weblinks

About this practice abstract and OK-Net EcoFeed

Publishers:Bioland Beratung GmbH, DE55116Mainz,
Phone +49 6131 23976-28, ,
IFOAM Organics Europe, BE1000Brussels,
Phone +32 2 280 12 23, , www.organicseurope.bio
Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), CH5070Frick,
Phone +41 62 865 72 72, , www.fibl.org

Authors: Christopher Lindner, Elias Schmelzer, Werner Vogt-Kaute

Review: Lindsay Whitstance, Helga Willer

Contact: elias.schmelzer@bioland.de

OK-Net EcoFeed:

https://orgprints.org/view/projects/OKNetEcoFeed.html

This practice abstract was elaborated in the Organic Knowledge Network on Monogastric Animal Feed project. The project is running from January 2018 to December 2020. The overall aim of OKNet EcoFeed is to help farmers, breeders and the organic feed processing industry in achieving the goal of 100% use of organic and regional feed for monogastrics.

Project website: https://ok-net-ecofeed.eu/

Project partners:

IFOAM Organics Europe (project coordinator), BE; Aarhus University (ICROFS), DK; Organic Research Centre (ORC), UK; Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB), FR; Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), CH; Bioland, DE; Associazione Italiana perl'Agricoltura Biologica (AIAB), IT; Donau Soja DS, AT; Swedish University of Agricultural Sciences, SE; ECOVALIA, ES; Soil Association, UK.

This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 773911. This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not responsible for any use that may be made of the information provided. The authors and editors do not assume responsibility or liability for any possible factual inaccuracies or damage resulting from the application of the recommendations in this practice abstract

Practice Abstract
https://organic-farmknowledge.org/nl/practice-abstract?tx_farmknowledgeabstracts_abstracts%5Babstracts%5D=32&tx_farmknowledgeabstracts_abstracts%5Baction%5D=show&tx_farmknowledgeabstracts_abstracts%5Bcontroller%5D=Abstracts&cHash=28927b2addaf7174cedeb7c361c99ff8