Kuilvoer voor legkippen
Probleem
Het voeren van kuilvoer aan biologische legkippen wordt door veel eierproducenten dagelijks beoefend. Omdat kippen grote hoeveelheden kuilvoer kunnen eten, is het belangrijk om kuilvoer van hoge kwaliteit te gebruiken.
Oplossing
Er kunnen verschillende soorten kuilvoer worden gebruikt. Echter, b.v. gras, klavergras, luzerne, hennep, paardenbonen, lupine en zonnebloemkuil hebben vaak een hoger eiwitgehalte dan b.v. gerst/erwten- of maïskuilvoer (hele plant of alleen de kolven). Om de kwaliteit in te schatten is een chemische analyse van het geoogste kuilvoer van belang.
Benefits
Kuilvoer van hoge kwaliteit kan de hen voedingsstoffen leveren en het natuurlijke foerageergedrag stimuleren, waardoor het risico op verenpikken afneemt. Het telen van eiwitrijk kuilvoer helpt de zelfvoorzienendheid te verhogen en de vruchtwisseling van de biologische pluimveebedrijven te verbeteren.
Applicability box
Geographical coverage
Global
Application time
Het hele jaar door dagelijks kuilvoer geven. De hoeveelheid is afhankelijk van de leeftijd van de hen en het soort kuilvoer.
Period of impact
Gedurende de hele legperiode.
Equipment
Kuilhakselaar, automatisch systeem (robot) om het kuilvoer 1-3 keer per dag in de stal te voeren.
Best in
De keuze van het kuilvoer zal afhangen van het bodemtype en of het land vaak droog of drassig is. De kuilen moeten als hele gewassen worden geoogst.
Practical Recommendations
- Kies de kuilsoort(en) die de beste opbrengst en kwaliteit oplevert (opleveren), afhankelijk van het bodemtype en de weersomstandigheden.
- Het kuilvoer moet fijn gehakseld worden.
- In het algemeen moet kuilvoer onder de juiste omstandigheden worden bewaard om het fermentatieproces te optimaliseren.
- Analyseer het eiwitgehalte van het kuilvoer en indien mogelijk andere voedingsstoffen.
- Vermijd kuilvoer met antinutritionele factoren.
- Voor grotere koppels is het aan te raden te investeren in een automatisch voedersysteem (robot) om het kuilvoer gelijkmatig te verdelen en de kippen aan te moedigen het op te eten.
- Wanneer meer dan 20 g kuilvoer (nat gewicht) per kip per dag wordt gevoerd, kan het een voordeel zijn het chemische gehalte van het kuilvoer in de voederformule op te nemen.
Further information
Weblinks- Deze video geeft nadere instructies over het voeren van kuilvoer aan leghennen (in het Deens).
- Op de website van Økologisk Landsforening 2019 staat een overzicht van de belangrijkste voedermiddelen voor zelfvoorziening van biologisch pluimvee met droogvoer en kuilvoer. U kunt lijsten met gegevens over elk gewas en informatie over teelt, vruchtwisseling, oogst, opslag, nutriëntengehalte en voedingsoverwegingen downloaden en afdrukken (in het Deens).
- Kijk op het platform Biologische landbouwkennis voor meer praktische adviezen over het houden van dieren.
About this practice abstract and OK-Net EcoFeed
Publishers:Aarhus University, Department of Agroecology - Agricultural Systems and Sustainability,
DK8830Tjele,
Phone ,
,
http://agro.au.dk/enResearch Institute of Organic Agriculture (FiBL),
CH5070Frick,
Phone +41 62 865 72 72,
info.suisse@fibl.org,
www.fibl.orgIFOAM Organics Europe,
BE1000Brussels,
Phone +32 2 280 12 23,
www.organicseurope.bio,
www.organicseurope.bio
Contact: sanna.steenfeldt@anis.au.dk
https://orgprints.org/view/projects/OKNetEcoFeed.html
This practice abstract was elaborated in the Organic Knowledge Network on Monogastric Animal Feed project. The project is running from January 2018 to December 2020. The overall aim of OKNet EcoFeed is to help farmers, breeders and the organic feed processing industry in achieving the goal of 100% use of organic and regional feed for monogastrics.
Project website: https://ok-net-ecofeed.eu/
IFOAM Organics Europe (project coordinator), BE; Aarhus University (ICROFS), DK; Organic Research Centre (ORC), UK; Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB), FR; Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), CH; Bioland, DE; Associazione Italiana perl'Agricoltura Biologica (AIAB), IT; Donau Soja DS, AT; Swedish University of Agricultural Sciences, SE; ECOVALIA, ES; Soil Association, UK.
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 773911. This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not responsible for any use that may be made of the information provided. The authors and editors do not assume responsibility or liability for any possible factual inaccuracies or damage resulting from the application of the recommendations in this practice abstract