Sojabonen zijn rijk aan eiwitten, maar bevatten antinutritionele componenten zoals trypsineremmers, wat betekent dat thermische verwerking vereist is voordat ze aan varkens en pluimvee worden gevoerd. Warmtebehandelingen zijn echter kostbaar en veroorzaken schade aan de gewenste voedingsstoffen, waaronder eiwitten. Er zijn speciale cultivars van sojabonen ontwikkeld die lagere niveaus van trypsineremmers bevatten, maar er is weinig kennis beschikbaar over het potentieel van deze variëteiten in de biologische varkensmesterij in Europa.
Uit resultaten van recente varkensvoerproeven in Oostenrijk blijkt dat warmtebehandelde soja tot wel 10% van de voeding kan worden vervangen door onbewerkte (volvette) soja, die weinig trypsineremmers bevat.
Het succesvolle gebruik van onbewerkte sojabonenvariëteiten met een verlaagd gehalte aan trypsineremmers stelt landbouwers in staat onafhankelijker te worden in hun voervoorziening. Bovendien kunnen de kosten voor thermische behandeling, bv. roosteren, worden bespaard.
Sojaboonvariëteiten verschillen zowel in hun gehalte aan voedingsstoffen (bv. eiwitten en vetten) als in hun gehalte aan trypsineremmers, dat wordt uitgedrukt als trypsineremmeractiviteit (TIA). Huidige studies tonen aan dat het TIA-gehalte tussen partijen aanzienlijk kan verschillen. Een van de variëteiten met een laag TIA-gehalte is "Xonia", dat ongeveer de helft minder TIA heeft dan andere courante sojabonenvariëteiten.
- Onbewerkte sojabonen van standaardvariëteiten bevatten ongeveer 20-40 g TIA/kg - het TIA-gehalte in sojaboonvariëteiten met een laag gehalte is ongeveer 10 g/kg
Geographical coverage
Voor alle landbouwbedrijven waar soja kan worden geteeld
Application time
Op aanvraag
Period of impact
Tijd voor het verzamelen van monsters, het posten en interpreteren van testrapporten
Equipment
Monsterzakken en standaard laboratoriumuitrusting
Best in
Landbouwbedrijven met veeteelt en akkerbouw
Restrictions
Beperkingen
Experimenten met het voeren van varkens in Oostenrijk en Duitsland in de periode 2017 - 2020 leveren de volgende inzichten op voor de praktijk:
- Aangezien de TIA-waarde tussen partijen kan verschillen, moet de partij-specifieke TIA bekend zijn. TIA-metingen worden aangeboden door gespecialiseerde voederlaboratoria (zie referentie in 'Nadere informatie'). - Onbewerkte "Xonia"-sojabonen met een TIA-waarde van minder dan 10 mg/g kunnen met 5% in biologische varkensvoeders worden opgenomen. Het opnemingspercentage kan langzaam worden verhoogd tot een maximum van 10%. Daarbij moeten de groeiprestaties zorgvuldig in het oog worden gehouden. - Andere eiwitrijke ingrediënten (bv. erwten of fababonen) moeten aan het varkensvoer worden toegevoegd om de eiwitbehoefte voldoende te dekken. Onbewerkte "Xonia"-sojabonen alleen kunnen niet voldoende eiwit leveren. - Volvette sojabonen zijn rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren. Daarom moet tijdens de afmestfase van het voeder maximaal 10% volvette sojabonen worden toegevoegd om negatieve effecten op de textuur en de stabiliteit van het spek te voorkomen. Deze aanbeveling geldt onafhankelijk van de TIA
Contactinformatie van onderzoeksteams In Midden-Europa voeren onderzoeksteams in Oostenrijk en Duitsland voederproeven uit met varkens en pluimvee over de effecten van sojabonenvoer met hoge en lage TIA-waarden: - Landbouwkamer van Neder-Oostenrijk. Contact: Helmuth Raser, helmuth.raser@lk-noe.at - Universiteit van Rostock. Afdeling Voedingsfysiologie en Diervoeding. Contact: Dr. Reinhard Puntigam, reinhard.puntigam@uni-rostock.de; Dr. Julia Slama, julia.slama@uni-rostock.de Analysedienst AGES - Oostenrijks Agentschap voor gezondheid en voedselveiligheid biedt een dienst aan voor de beoordeling van de kwaliteit van diervoederproducten en kan ook TIA meten. Nadere informatie op de AGES-website: www.ages.at/enAanvullende informatie over biologische landbouw Het webplatform organic-farmknowledge.org biedt toegang tot aanvullende informatie over lokale en biologische eiwitbronnen voor het voederen van varkens en pluimvee. Zoek op "soja" om meer informatie over soja te vinden.
Publishers:Verein Donau Soja,
AT1010Wien,
Phone +43 1 512 17 44 10,
office@donausoja.org,
www.donausoja.orgResearch Institute of Organic Agriculture (FiBL),
CH5070Frick,
Phone +41 62 865 72 72,
info.suisse@fibl.org,
www.fibl.orgIFOAM Organics Europe,
BE1000Brussels,
Phone +32 2 280 12 23,
www.organicseurope.bio,
www.organicseurope.bio
Editing and translation: Leopold Rittler, Donau Soja
Review: Lindsay Whistance, Organic Research Centre ORC; Lauren Dietemann, FiBL
Contact: Leopold Rittler, Donau Soja, rittler@donausoja.org
https://orgprints.org/view/projects/OKNetEcoFeed.html
This practice abstract was elaborated in the Organic Knowledge Network on Monogastric Animal Feed project. The project is running from January 2018 to December 2020. The overall aim of OKNet EcoFeed is to help farmers, breeders and the organic feed processing industry in achieving the goal of 100% use of organic and regional feed for monogastrics.
Project website: https://ok-net-ecofeed.eu/
IFOAM Organics Europe (project coordinator), BE; Aarhus University (ICROFS), DK; Organic Research Centre (ORC), UK; Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB), FR; Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), CH; Bioland, DE; Associazione Italiana perl'Agricoltura Biologica (AIAB), IT; Donau Soja DS, AT; Swedish University of Agricultural Sciences, SE; ECOVALIA, ES; Soil Association, UK.
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 773911. This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not responsible for any use that may be made of the information provided. The authors and editors do not assume responsibility or liability for any possible factual inaccuracies or damage resulting from the application of the recommendations in this practice abstract