Biologische vleeskuikens groeien langzamer dan conventionele vogels en daarom worden producenten geconfronteerd met de uitdaging om hoogwaardige voercomponenten in lagere concentraties te voeren. Voer moet voldoen aan de aminozuur- en energiebehoeften van vleeskuikens voor een efficiënte groei en ontwikkeling, maar de groei is langzamer.
Keuze van voer, toegang tot uitloop en voer kunnen het gebruik van eiwitten en energie verhogen, waardoor de voerefficiëntie toeneemt. De eisen waaraan vogels moeten voldoen om het verspreidingsgebied te gebruiken, zijn onderdeel van de oplossing.
een beter energie- en eiwitgebruik bij vleeskuikens. Aangezien deze benaderingen gebaseerd zijn op plaatselijke voederbronnen en voedergewassen uit de weide, dragen de voederstrategieën bovendien bij tot de duurzaamheid van de landbouw en verminderen zij de noodzaak om buitenlands voeder in te voeren.
Geographical coverage
In alle landen
Application time
Wanneer je maar wilt.
Required time
Geen extra tijd nodig
Period of impact
Onmiddellijke impact
Equipment
Bestaande voederapparatuur
Best in
Alle voorwaarden
Volgens de biologische normen moeten biologische slachtkuikens zo spoedig mogelijk (figuur 1), maar ten minste opeen derde van hun leven, kunnen scharrelen en toegang hebben tot ruimten in de open lucht. De minimum slachtleeftijd voor vleeskuikens is 81 dagen.
Langzamer groeiende rassen zullen minder energiedichte rantsoenen nodig hebben en zijn ook meer geneigd om voedsel in het assortiment te zoeken.
Keuzevoedering, waarbij de dieren afzonderlijke voedergewassen kiezen in plaats van gefabriceerde mengvoeders, blijkt de voederconversieefficiëntie te verhogen wanneer de dieren toegang hebben tot scharrelruimte.
Beperking van de eiwitopname voor biologische vleeskuikens in de afmestfase kan een aanvaardbare voederstrategie zijn als de vleeskuikens toegang hebben tot vegetatie met een hoge voedingswaarde. Vermindering van het eiwitgehalte voor traaggroeiende rassen tot 15% leidde tot een lagere FCE maar ook tot lagere productiekosten.
Essentieel hierbij is het beheer van het voederareaal en alternatieve voedergewassen, zoals in balen geperst hooi, dat nodig zal zijn in de winter of tijdens droogteperioden. Bronnen met een hoog eiwitgehalte, zoals luzerne en klavers, kunnen ook een deel van het benodigde eiwit leveren. Ook kan rekening worden gehouden met insecten en ongewervelde dieren die op de weide worden gegeten en die een deel van de benodigde eiwitten en aminozuren kunnen leveren.
Publishers:Soil Association, Spear House,
UKBS1 6ADBristol,
Phone ,
,
www.soilassociation.orgResearch Institute of Organic Agriculture (FiBL),
CH5070Frick,
Phone +41 62 865 72 72,
info.suisse@fibl.org,
www.fibl.orgIFOAM Organics Europe,
BE1000Brussels,
Phone +32 2 280 12 23,
www.organicseurope.bio,
www.organicseurope.bio
Review: Lindsay Whistance, ORC, UK
Contact: jalford@soilassociation.org
https://orgprints.org/view/projects/OKNetEcoFeed.html
This practice abstract was elaborated in the Organic Knowledge Network on Monogastric Animal Feed project. The project is running from January 2018 to December 2020. The overall aim of OKNet EcoFeed is to help farmers, breeders and the organic feed processing industry in achieving the goal of 100% use of organic and regional feed for monogastrics.
Project website: https://ok-net-ecofeed.eu/
IFOAM Organics Europe (project coordinator), BE; Aarhus University (ICROFS), DK; Organic Research Centre (ORC), UK; Institut Technique de l'Agriculture Biologique (ITAB), FR; Research Institute of Organic Agriculture (FiBL), CH; Bioland, DE; Associazione Italiana perl'Agricoltura Biologica (AIAB), IT; Donau Soja DS, AT; Swedish University of Agricultural Sciences, SE; ECOVALIA, ES; Soil Association, UK.
This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement No 773911. This communication only reflects the author’s view. The Research Executive Agency is not responsible for any use that may be made of the information provided. The authors and editors do not assume responsibility or liability for any possible factual inaccuracies or damage resulting from the application of the recommendations in this practice abstract